Het gebruik van een verteller in beeld maakt van een programma of film een sprekend geheel. In mijn interview met Tialda Bottema gaf zij de nodige praktijktips. Dit artikel werd in september 2011 gepubliceerd in het tijdschrift Video Emotion.
Na een afgeronde studie Communicatiemanagement koos Tialda Bottema voor de film- en televisiewereld. Zij volgde verschillende interview- en presentatietrainingen aan de Media Academie en rondde twee acteeropleidingen met succes af. Ze heeft haar eigen bedrijf, Het Haags Productiebedrijf. Zo maakte Tialda voor TV West onder meer het veelbekeken programma KeK. Met Paul van Berkel bezocht ze elke week de leukste voorstellingen, evenementen, restaurants, films, concerten en exposities in de regio. ‘Ik ging samen met een cameraman op stap. Voor de rest hadden we geen mensen. Zelfs geen geluidsman. We moesten alles zelf doen. Ik heb er enorm veel van geleerd.’ In de documentaire ‘Laan van Meerdervoort’ nam ze in 2017 de kijker mee op een wandeling over deze lange laan in Den Haag, waarbij ze historische gebouwen bezocht en gasten hun verhaal liet doen. Tialda weet voor de camera de kijker duidelijk te informeren en te raken.
‘Presenteren doe je er niet zomaar eventjes bij. Concentratie is het allerbelangrijkst. Spontane gebeurtenissen zijn het leukst. Daar heb ik vaak geen grip op. Degene die achter de camera staat en de verteller voor de camera moeten goed op elkaar ingespeeld zijn. In feite is het een stukje acteren. Moet er een interview afgenomen worden dan is het van belang dat er niet alleen goed geluisterd wordt, maar dat je ook geïnteresseerd bent in het onderwerp. Je moet jezelf continue de vraag stellen: wat wil de kijker weten?’ Research neemt volgens haar al zo’n zeventig procent van het werk in beslag. ‘Zonder een degelijke voorbereiding kun je niets. Een gesprek loopt beter als degene die tegenover je zit, merkt dat je enige kennis van zaken hebt.’