Duidelijkheid krijgen in een lang slepende vermissingszaak is iets waar nabestaanden van slachtoffers altijd hevig naar op zoek zijn. De vraag is of het inschakelen van ‘hulp’ meer licht op zaken kan werpen. In 2008 vroeg ik Peter R. de Vries hoe hij omging met paragnosten en hun bevindingen.
Voor zijn tv-programma ‘Peter R. de Vries, misdaadverslaggever’ (1995-2012) kreeg Peter R. de Vries op zijn redactie regelmatig te maken met mensen die op ieder willekeurig moment hun diensten aanboden bij lopende vermissingen. ‘In zijn algemeenheid hecht ik geen waarde aan hun waarnemingen’, aldus Peter. ‘Ik heb in de loop van mijn carrière menigmaal met (bekende) helderzienden te maken gehad. In grote zaken, de verdwijning van Marion en Romy van Buuren bijvoorbeeld, hebben wij ordners vol tips van helderzienden ontvangen.’ Hij doelde hierbij op de zaak waar op 8 juni 1997 een jonge moeder en haar dochtertje verdwenen. Pas veel later werden hun lichamen teruggevonden.
Over de bemoeienissen van helderzienden verklaarde Peter: ‘Nooit, maar dan ook nooit, heb ik meegemaakt dat dit tot iets zinvols leidde, laat staan tot een ontknoping in een zaak of misdrijf. Het tegendeel wel: nabestaanden die valse hoop kregen en soms met ronduit schokkende en lugubere informatie werden bestookt en die later volkomen onjuist bleek te zijn. Ik heb in de loop der jaren een aantal keren claims van helderzienden onderzocht op het waarheidsgehalte. Zonder uitzondering bleek bij onderzoek dat het verhaal geheel of gedeeltelijk onjuist was en dat aan de verstrekte informatie niet of nauwelijks betekenis kon worden toegekend. Gevolg is dat ik uitermate sceptisch sta tegenover tips van mensen die zich paranormaal begaafd achten en daar nooit inhoudelijk meer mee aan de slag ga.’ Peter R. de Vries overleed in juli 2021 op 64-jarige leeftijd.