Bij mij bestaat een oneindig grote bewondering voor Agatha Christie (1890-1976). Zij groeide uit tot een wereldberoemd schrijfster. Vanuit haar geboorteplaats Torquay, gelegen in het zuiden van Engeland, verdiepte ik mij voor de publicatie van een artikel in een videotijdschrift in deze boeiende materie.
Hoe Agatha Christie aan de gekozen personages in haar verhalen kwam? Die deed ze overal in het dagelijkse leven op. Of het nu om Miss Marple, Hercule Poirot of om een andere hoofdpersoon in de verhalen van Agatha Christie gaat, ze had een grote invloed op het identificatieproces van de lezer. Doelbewust kan de identificatie worden geforceerd door een personage (een detective) in positieve zin te onderscheiden van andere personages (een verdachte die de schijn tegen zich heeft). Alle puzzelstukjes vallen in het laatste gedeelte van het verhaal op hun plaats.
Kijk naar Miss Marple die in ‘The Murder at the Vicarage’ de politie helpt om de oplossing in een zaak te vinden. Op het moment dat de moordenaar bezig is om nog een slachtoffer te maken, wordt hij ontdekt. Overigens zijn er altijd genoeg verdachten voorhanden. In hetzelfde verhaal draait het om de rijke kolonel Protheroe, die niet de meest geliefde inwoner van het slaperige dorpje St Mary Mead (deze bestaat niet echt) is. Op het moment dat zijn lichaam levenloos in de pastorie wordt gevonden, zit de politie met flink wat verdachten. Een beetje toeval is er natuurlijk wel. Miss Marple woont naast de pastorie en dus is zij er als de kippen bij om deze moord te kunnen ontrafelen. In 1974 verschijnt Agatha Christie voor het laatst in het openbaar. Ze overlijdt op 12 januari 1976. Daar is niets geheimzinnigs aan, want het betrof een natuurlijke dood. Haar begrafenis vond plaats op een koude, sombere dag. En dat terwijl ze helemaal niet van winters hield. Klik hier om terug te gaan naar het eerste deel uit deze serie.