Ontspannen genieten van je oude dag in een rusthuis is er soms niet bij. Een spraakmakende moordzaak is die van kloosterzuster Godfrieda uit het jaar 1977. Voor deze tiendelige serie artikelen ging ik 35 jaar later op onderzoek uit.
Zuster Godfrieda woont op kamers boven de ziekenafdeling van het rusthuis. Daar woont ook Zuster Mathieu. Met haar leidt ze een beduidend ander leven dan in haar werk het geval is. Beiden krijgen een relatie en nemen het er goed van. Ze koken graag, eten in luxueuze restaurants, kopen dure kleding en maken regelmatig uitstapjes. Zoals naar Sluis in Zeeuws Vlaanderen waar ze de nodige seksboetieks bezoeken en sekspeeltjes kopen. Net als haar ouders beschikt Zuster Godfrieda over weinig geld. Maar ze besteelt de bewoners die ze kort daarvoor heeft omgebracht. Zo neemt ze honderdduizend frank aan juwelen weg. En verdwijnt de opbrengst van een door een bewoner verkocht huis in haar eigen zak.
In de eerste helft van het jaar 1977 neemt het sterftecijfer in het rusthuis plotseling onrustbarend toe. Bewoners die niet ziek zijn, overlijden op onverklaarbare wijze. Ze horen smorende kreten uit de kamers komen op die momenten dat Zuster Godfrieda alleen is met de bejaarden. Of die ene keer waarbij wordt gezien dat ze met een injectiespuit een kamer verlaat. Een aantal bewoners blijken een dodelijke injectie van haar te krijgen, terwijl ze anderen laat stikken. Dat doet ze door haar slachtoffers te laten drinken om hen daarna stevig op de borstkas te drukken. De verdenking dat Zuster Godfrieda bewoners om het leven brengt, blijft voorlopig binnen de muren van het rusthuis. De verpleegsters maken zich grote zorgen. Ze zijn bang en zwijgen daardoor in alle talen. Onderling praten ze er voorzichtig over. Maar niemand durft enige actie te ondernemen. De verdachte overlijdensgevallen blijven ondertussen onverminderd toenemen. Lees hier het vijfde deel uit deze serie.